Loop ik laatst op het schoolplein, beginnen ze me toch uit te schelden, jongen
Zo van, he, steunzool, ga eens effe opzij met je dikke kamelenkop
Ja, 't is waar, ik zie er ook een beetje raar uit: ik heb een wipoor en een flapneus
En m'n haren zijn aan het roesten, dus, ja,  ik stel ook niet zoveel voor, denk ik

Je mag er zijn
Wie, ik?
Ja, jij. Je hoort er helemaal bij
Wie, ik?
Ja, jij. Had je zeker niet gedacht
Wie, ik?
Ja, jij. Je hoort er helemaal bij
Wie, ik?
Ja, jij

Ook al ben je wat verlegen, ook al lijk je een beetje stug
Ook al heb je vieze handen of een nagel op je rug

Je mag er zijn
Wie, ik?
Ja, jij. Je hoort er helemaal bij
Wie, ik?
Ja, jij. Had je zeker niet gedacht
Wie, ik?
Ja, jij. Je hoort er helemaal bij
Wie, ik?
Ja, jij

Ook al klap je met je oren of ben je enigst kind
Of ben je in 't kippenhok geboren of heb je altijd tegenwind

Je mag er zijn
Wie, ik?
Ja, jij. Je hoort er helemaal bij
Wie, ik?
Ja, jij. Had je zeker niet gedacht
Wie, ik?
Ja, jij. Je hoort er helemaal bij
Wie, ik?
Ja, jij

Ook al kan je niks onthouden, is je geheugen net een zeef
Ook al heb je rooie haren en staan al je tanden scheef

Ja, en m'n tanden staan dus echt scheef, hoor
Mijn voortanden, bijvoorbeeld, zitten bijna bij m'n luchtpijp
Nou die staan scheef hoor                                                            (niet compleet, helaas)
En ik heb ook een broer 
Ja, en die is ook nog een beetje bijziende
Nou d'r zit niks bij 

Ook al heb je slechte ogen en een hele dikke bril
Ook al heb je een hond die maar niet luisteren wil

Je mag er zijn
Wie, ik?
Ja, jij. Je hoort er helemaal bij
Wie, ik?
Ja, jij. Had je zeker niet gedacht
Wie, ik?
Ja, jij. Je hoort er helemaal bij
Wie, ik?
Ja, jij