Weet je nog wel oudje:
“t Was eens in de vakantiedagen
Weet je nog wel oudje
We kiekten ons kind toen ie in slaap was gezakt
En hebben dat voor in het album geplakt
Weet je nog wel oudje

We kiekten hem haast alle weken
Weet je nog wel oudje
’t Was of dat album soms kon spreken
Weet je nog wel oudje
Er was ook één in matrozenpak bij
En die leek precies op een jeugdkiek van mij
Weet je nog wel oudje

We kiekten al zijn leuke dingen
Weet je nog wel oudje
Dat boek zat vol herinneringen
Weet je nog wel oudje
We zeiden wel eens: ‘Als hij zeven zal zijn
En we gaan zo door, wordt het album te klein
Weet je nog wel oudje

Toen werd hij ons weggenomen
Weet je nog wel oudje
Er is nog één kiekje bijgekomen
Weet je nog wel oudje
Die kiek van het grafje die jij van mij kreeg
De rest van het album bleef hopeloos leeg
Weet je nog wel oudje

Jij stond die dagen steeds te dromen
Weet je nog wel oudje
Wat in het album had gekomen
Weet je nog wel oudje
Wanneer ons dat ongeluk niet was gebeurd
Toen hebben we ’t blad uit het album gescheurd
Weet je nog wel oudje