Kijk, de mensen zich vergapen 
Aan die kooi vol stomme apen
Kijk, ze daar nou stom staan loeren
Als ze de leeuwen weer gaan voeren
En ze zijn niet weg te slaan
Bij die slome leguaan
Zelfs bij het stinkdier staat een rij
En niemand heeft er oog voor mij

   Want ik ben maar een gewone mus
Een huis-, tuin- en keukenmus
Doodgewone ordinaire
Een huis-, tuin- en keukenmus
Goed, ik ben niet echt bijzonder
Niet wat je zegt een wereldwonder
Maar ben ik  daarom minder mooi 
Al zit ik dan niet in een kooi 
Kooi, kooi, kooi
Kooi, kooi, kooi

Kijk, de mensen stom staan kijken
Als het nijlpaard staat te zeiken
Kijk ze driftig foto’s nemen
Van die hagedis uit Jemen
En wat is er nou zo fraai
Aan een dwergstaartpapegaai
Zelfs voor de zebra staat een rij
Hé mensen, kijk een keer naar mij

   Want ik ben maar een gewone mus
Een huis-, tuin- en keukenmus
Een doodgewone onbeschermde
Een huis-, tuin- en keukenmus
Goed, ik ben niet echt bijzonder
Niet wat je zegt een wereldwonder
Maar ben ik  daarom minder mooi 
Al zit ik dan niet in een kooi 

Hé, ik wil aandacht lieve mensen
verder heb ik niets te wensen
Kom naar voren, nee, niet dringen
Dan zal ik een liedje zingen
Ik wil net als het wrattenzwijn
Ook mijn naam in het Latijn
Op een bordje bij mijn kooi
Passer dominicus, wat is ‘ie mooi
Let vooral eens op z’n snavel en z’n fraaie bruine verentooi
Tooi, tooi, tooi
Op z’n fraaie bruine verentooi
Tooi, tooi, tooi
Op z’n fraaie bruine verentooi
Tooi, tooi, tooi