Ik zou wel kussend rond willen gaan 
Want de lente komt eraan
’t Is nog wat kil en ’t is nog wat guur
Maar ik trok me niks aan van de temperatuur

Die bloeit, die bloeit, die bloeit

En met een narcis in mijn hand
Een oud dametje fluks aangerand
Met tulpenbos en vrolijk lied
Vergat ik natuurlijk de dieren ook niet
ik kuste de hond en ik kuste de kat
Tot ik geen speeksel meer over had
Ik kuste het schaap en ik kuste het k’nijn
 Waar ze het meest gevoelig zijn

Het gloeit, het gloeit, het gloeit, het gloeit

Ik zal wel kussend rond willen gaan
Want de lente komt er al aan
Ik kuste waarachtig zelfs tante Cor
Mijn tante Cor, al heeft ze een snor

Die groeit en groeit en groeit en groeit

Ik kuste het paard pardoes op het bit
Een tochtige merrie met karakter en pit
Ze nam me mee op een prachtige rit
Vandaar dat ze nu met een veulentje zit

Ik kwam thuis bij mijn moeder doodmoe
Ik wierp het mens nog wat kushandjes toe
Ik kuste de tafel, ik kuste de stoel
Ik kuste de kachel en verbrandde m’n smoel

Ik zal wel kussend rond willen gaan
Maar de kachel is nog aan