Onder de brug in het hart van Parijs
Daar wordt die wakker, z’n haar lang en grijs
De straat is z’n woning, de stad is zijn land
Daar verdiend die z’n centen als straatmuzikant
Zijn klanken die klinken door ’t hart van Parijs
Het leven was hard, hij betaalde de prijs
Veranderd het maanlicht de stad in de nacht
Weet hij dat de stad op hem wacht

Want als de avond valt
Dan gaat z’n centenbakkie open
Gaat alle kroegen langs
Hij kan daar damesliefde kopen
De hele stad kent hem
Hij is heel aardig, zo charmant (zo charmant)
Maar als de morgen komt
Is hij een arme muzikant

Vroeger heeft hij het een keer geprobeerd
Hij trouwde maar dat ging al heel snel verkeerd 
Hij kon niet tegen orde, niet tegen het gezag
Nu verdiend die z’n centen op straat elke nacht
Zijn vrienden die ziet ie al jaren niet meer 
Dan denkt die aan vroeger en dat doet soms zeer
Veranderd het maanlicht de stad elke nacht
Weet hij dat de stad op hem wacht

Want als de avond valt
Dan gaat z’n centenbakkie open
Gaat alle kroegen langs
Hij kan daar damesliefde kopen
De hele stad kent hem
Hij is zo aardig, zo charmant (zo charmant)
Want als de morgen komt
Is hij een arme muzikant

(Ja la la la la la la…)

De hele stad kent hem
Hij is zo aardig, zo charmant (zo charmant)
Want als de morgen komt
Is hij een arme muzikant
Want als de morgen komt
Is hij een arme muzikant