'k Heb gewandeld ’s avonds laat
Kwam langs huizenrijen lopen
Overal gordijnen open
Geen geheimen in die straat

Met verveling op zijn smoel
Zit een man voor het raam te staren
Uren, dagen, maanden, jaren
Ook zijn vrouw zit op een stoel

Of mankeert er niets aan hen?
Hebben zij daar met hun tweeën
Misschien prachtige ideeën
Terwijl ik aan het kniezen ben?
    
En geen huis waar boeken staan
In de boekenkasten zie je
Enkel encyclopedieën
Die ze nimmer open slaan

Kijk eens, vader leest de krant
Moeder zit en suft zo’n beetje
En hun zoontje staat op een kleedje
En heeft duidelijk het land 

Of mankeert er niets aan hen?
Hebben zij daar met hun tweeën
Misschien prachtige ideeën
Terwijl ik aan het kniezen ben?

Bijna overal tv
Van de series en de quizzen
Hoef je bijna niets te missen
Want ze wandelen met je mee

Het Sneeuwwitje in de klas
Zit een tijdschrift te lezen
Doelloos, doelloos mooi te wezen
In haar kist van doorkijkglas

Of mankeert er niets aan haar?
Heeft ze linkse symathieën
En een leven vol orgieën?
Ben ik soms zelf niet goed gaar?