ER ZIJN MEISJES DIE DOEN HET MET TEGENZIN
D’ER ZIJN MEISJES DIE VINDEN HET FIJN
MARIANNEKE DOET HET MET VEEL PLEZIER
OH, WAT ZAL IK DAAR GELUKKIG MEE ZIJN, OH YEAH
WAT ZAL IK DAAR GELUKKIG MEE ZIJN

Marianneke ‘t is een lieve meid, maar koken kan ze niet
Ze maakt voor mij radijsjes klaar en noemt dat rooie biet
En ‘s middags rukt de brandweer uit, rijdt gillend door de stad
Het is een middelgrote brand, m’n liefste bakt patat.

WANT ER ZIJN MEISJES DIE DOEN HET MET TEGENZIN
D’ER ZIJN MEISJES DIE VINDEN HET FIJN
MARIANNEKE DOET HET MET VEEL PLEZIER
OH, WAT ZAL IK DAAR GELUKKIG MEE ZIJN, OH YEAH
WAT ZAL IK DAAR GELUKKIG MEE ZIJN

Marianneke ‘t is een lieve meid, maar breien kan ze niet
M’n sokken zijn zo ongelijk, je weet niet wat je ziet
Een zakdoek met een gat erin, dat noemt ze snel een bloes
Marianneke ‘t is een lieve meid, ze is gewoon een snoes

WANT ER ZIJN MEISJES DIE DOEN HET MET TEGENZIN
D’ER ZIJN MEISJES DIE VINDEN HET FIJN
MARIANNEKE DOET HET MET VEEL PLEZIER
OH, WAT ZAL IK DAAR GELUKKIG MEE ZIJN, OH YEAH
WAT ZAL IK DAAR GELUKKIG MEE ZIJN

solo 

Maar soms is ‘t behoorlijk stom, gaat alles glad verkeerd
Maar dat ik zo lekker vrijen kan, 
Wel, dat heeft zij mij geleerd

break

Want er zijn meisjes ......... refr.

Want er zijn jongens .......... refr.

Want er zijn meisjes ......... refr.   (laatste regel 3x)