Het was in Rotterdam ergens op de Lijnbaan 
Een man met een gitaar, ik zag hem in het voorbij gaan 
Wat simpele akkoorden 
Wat flarden die ik hoorde 
Toen herkende ik de woorden 
En ik ging erbij staan 

Het was een van onze liedjes 
Hij zong het met een warme stem 
Ik stond maar wat te kijken 
Ik voelde ergens nog een rem 
Hij wou een ander lied beginnen 
En ik werd zo warm van binnen 
Dus ik begon te zingen 
In de tweede stem 

We zongen: he ga je mee 
Ik weet een hele mooie speeltuin 
Neem je bed op en wandel 
En ik geef niet om geld 
Ik zag je aan de rand van het zwembad 
En de kauwgomballenboom 
En tenslotte al je haren zijn geteld 

Het was in Rotterdam, ik was vergeten waar ik was 
(en wie ik was) 
de mensen bleven staan, zo’n huisvrouw in d’r nette jas 
vast een rijke kakker 
wat moest die met zo’n knakker 
eigenlijk een stakker 
maar ik was in mijn sas 

We zongen: he ga je mee 
Ik weet een hele grote kermis 
Toem toemdididoem 
Tutitutiduu 
Tititididum toetidididum 
Padapaditidum petieptieptoedidee 

Het was in Rotterdam, ergens op de Lijnbaan 
Ik keek op mijn horloge, ik moest weer naar mijn trein gaan 
We wisselden nog wat groeten 
En ik maakte me uit de voeten 
Zal ik jou nog eens ontmoeten 
Zanger op de Lijnbaan 

We zongen: he ga je mee 
Ik weet een hele mooie wereld 
Toem toemdididoem 
Tutitutiduu 
Hee ga je mee ergens op de Lijnbaam 
Tititididum toetidididum 
Ik zag je in het voorbij gaan 
Padapaditidum petieptieptoedidee 
Ik moest weer naar mijn trein gaan