Je haalt voor mij je neus op,
omdat ik een jaartje ouder ben,
maar mijn paardekrachten zouden je verbazen.
Ik heb zúlke zuigers, nog mooie kleppen.
Een knappe jongen die mij kan nekken.
Ik loop nog als de beste, ik jakker en ik scheur,
er zit nog heel wat pit in deze carburateur.
Ik ben onverslijtbaar, echt onverslijtbaar.

Je denkt dat ik te oud ben,
omdat ik roestig ben en vuil,
maar diep van binnen glanzen nog mijn lagers.
Ik heb zúlke zuigers en prima kleppen.
Geef mij wat olie om me op te peppen,
dan trek ik in tien seconden nog tot honderdtwintig op,
ik rij nog makkelijk naar Rome, als het moet nonstop.
Ik ben onverslijtbaar, echt onverslijtbaar.

Er komt een eind aan alles,
ik weet wel, eenmaal krijgt de tijd ons klein,
maar ik vertoon nog nauwelijks sporen van slijtage.
Ik heb gelopen, ik heb gereden,
op klinkerwegen heb ik geleden.
Ik wil niet op de schroothoop, ik wil niet naar de sloop.
Als je mij niet meer wilt hebben, zet me dan te koop
voor een zacht prijsje, een heel zacht prijsje.

Voor iemand die me oppoetst, voor een nieuwe eigenaar
loop ik dan het vuur weer uit mijn sloffen, werkelijk waar.
Ik ben onverslijtbaar, echt onverslijtbaar.