Ze woonde naast mij, twee huizen verder hier op de hoek 
Ze knikte en lachte maar ze bleef een gesloten boek 
Maar op een zaterdag in mei 
Toen kwam ze weer een keer voorbij 
En al leek het ook raar, het deed me niets en ik vroeg aan haar 

Zeg wat ga jij vanavond doen 
Wil je met me mee gaan 
Ik zou zo graag met jou een keer 
Naar een klein café gaan 
Zeg wat ga jij vanavond doen 
Ik wil nee ’t is echt geen grap 
Ik wil met jou zo graag eens een avond op stap 

Ze lachte en zei, kom mij maar halen om kwart voor acht 
We dronken en dansten en we fluisterende samen zacht 
Wanneer je steeds verliefder wordt 
Dan is zo’n avond veel te kort 
En ik dacht toen die keer, ik vraag haar straks, kom je morgen weer 

Zeg wat ga jij vanavond doen 
Wil je met me mee gaan 
Ik zou zo graag met jou een keer 
Naar een klein café gaan 
Zeg wat ga jij vanavond doen 
Ik wil, nee, ’t is echt geen grap 
Ik wil met jou zo graag eens een avond op stap 

Maar zij is niet meer gekomen 
Ik ontwaakte uit m’n dromen 
’s Avonds liep ik door de straten 
En ik voelde me verlaten 
Plotseling smolten al m’n zorgen 
Telefoon op zondagmorgen 
Want ze had me iets uit te leggen 
En daarom hoorde ik haar zeggen 

Zeg wat ga jij vanavond doen 
Wil je met me mee gaan 
Ik zou zo graag met jou een keer 
Naar een klein café gaan 
Zeg wat ga jij vanavond doen 
Ik wil nee ’t is echt geen grap 
Ik wil met jou zo graag eens een avond op stap 

Ik wil met jou zo graag eens een avond op stap