Don Quishocking

Don Quishocking - Sperwer lyrics

Your rating:

We woonden in een huis aan zee
Ze gingen uit rijden en ik mocht mee
Hij achter het stuur, zij bevallig en slank
En ik, het kind op de achterbank
O, kijk de meeuwen in grillige vlucht
en daar gaat een sperwer, hoog in de lucht

We reden langs vaarten met wilgen en riet
Hij lachte, hij praatte, zij antwoordde niet
De wind door de raampjes, die streelde mijn wang
Haar zwijgen dat duurde, ’t duurde zo lang
Zes kleine eendjes, ik heb ze geteld
en daar bidt de sperwer hoog boven het veld

Hij reed te hard door een beukenlaan
Tien schreeuwde zij een woord
Dat ik niet kon verstaan
Toen remde hij plotseling, zij stapte uit
Ik proefde de smaak van zout op mijn huid
Witte seringen, zijn ze niet mooi
en daar duikt de sperwer neer, op zijn prooi

En ’s avonds kwam zij met een taxi thuis
En niet lang daarna verkochten ze het huis
O, als een sperwer boven zijn prooi gaat staan
Dan is er vaak geen ontkomen meer aan

’s Morgens onschuldig, ’s avonds te wijs
Zo valt een kind, uit ’t paradijs.
Get this song at:
bol.com
amazon.com

Copyrights:

Author: George Groot

Composer: Pieter van Empelen

Publisher: Q two Entertainment

Details:

Released in: 2001

Language: Dutch

Appearing on: I Fossili, Nog één keer de heren van (2001)

Share your thoughts

This form is protected by reCAPTCHA and the Google Privacy Policy and Terms of Service apply.

0 Comments found