Don Quishocking
Don Quishocking - Sperwer lyrics
Your rating:
We woonden in een huis aan zee Ze gingen uit rijden en ik mocht mee Hij achter het stuur, zij bevallig en slank En ik, het kind op de achterbank O, kijk de meeuwen in grillige vlucht en daar gaat een sperwer, hoog in de lucht We reden langs vaarten met wilgen en riet Hij lachte, hij praatte, zij antwoordde niet De wind door de raampjes, die streelde mijn wang Haar zwijgen dat duurde, ’t duurde zo lang Zes kleine eendjes, ik heb ze geteld en daar bidt de sperwer hoog boven het veld Hij reed te hard door een beukenlaan Tien schreeuwde zij een woord Dat ik niet kon verstaan Toen remde hij plotseling, zij stapte uit Ik proefde de smaak van zout op mijn huid Witte seringen, zijn ze niet mooi en daar duikt de sperwer neer, op zijn prooi En ’s avonds kwam zij met een taxi thuis En niet lang daarna verkochten ze het huis O, als een sperwer boven zijn prooi gaat staan Dan is er vaak geen ontkomen meer aan ’s Morgens onschuldig, ’s avonds te wijs Zo valt een kind, uit ’t paradijs.