In een lichte lentelucht
Staat een dorpsjochie klaar
Z'n avontuur begint vandaag
Hij is net veertien jaar
Hij kent drie akkoorden en de waarheid
En zijn tweedehands gitaar, die mist een snaar

Onder een zonnig zolderraam
Slaat een puber op een trom
Dat drumstel is z'n beste vriend
Hij slaat wel honderd stokken krom
En die kamer wordt een bune, ieder weekend
Naast die schoolboeken in die kast staat een wereldband

In een bus zonder ramen, rijp voor de sloop
Leven ze dromen, en tanken ze hoop
Ze spelen, ze rijden, door stad en door land
En tegen de stroming, houden ze stand
Ja, houden ze stand, door stad en land

In een zinderende zomerzon
Op een groot festival
Vier vrienden voor een volle wei
Je hoort hun band maar overal
Strakke blik, gutsend zweet, gebalde vuisten
De weg naar wereldfaam is hun bestaan

In een bus zonder ramen, rijp voor de sloop
Leven ze dromen, en tanken ze hoop
En tegen de stroming, keihard rechtdoor
Tot het bittere einde, vechten ze door
Ja, vechten ze door, ze vechten door

In een bus zonder ramen, rijp voor de sloop
Leven ze dromen, en tanken ze hoop
Ze zagen de wereld, altijd van huis
Het weg zijn was hun weg, hun weg naar huis
Ja, zo kwamen ze thuis
Nu zijn ze thuis, nu zijn ze thuis

Op een waterige winterdag
Zit een man in een kroeg
Heeft ieder werelddeel gezien
En verhalen genoeg
En z'n gitaar rust in de hoek, naast z'n reistas
Omdat het nooit meer mooier was dan het ooit was