Ik ben als Bor de kwaaie pier,
het door elkeen verguisde dier.
Wat ik ook onderneem of doe:
iedereen roept schamper ‘boe’.

Bor de Wolf die is stout!
Bor de Wolf doet alles fout!
Bor de Wolf moet in de hoek
met een portie billenkoek!
Bor de Wolf is een oen,
die in het bos geen goed ken doen, jaaaaa!

En daarom is nu alles uit.
Ik heb het helegaar verbruid.
Ik ben nu echt voorgoed de klos.
Mij rest nog slechts het Enge Bos.

Ik ben als Bor de kwaaie pier.
Het interesseert me ook geen zier.
Ik volg gewoon mijn eigen ik
en daarna roep ik krachtig... stik.

Als Bor de Wolf ben ik trots,
sta ik somstijds als een rots
in de branding van de prik
tussen dieren met de hik.
Bor de Wolf is een vent,
die van de zweep de klappen kent, jaaaaa….

Ja, dat ken ik nou wel beweren, maar als de andere
dieren daar niet zo over denken, hè, nou ja, dan
houdt alles op…

Daarom is nu alles uit.
Ik heb als Bor mijn gal gespuid.
Ik heb mijn zegje goed gezegd
en daarom moet ik nu maar weg...

Ohoeoeoeoeoei!