Is er brand in het Dierenbos,
dan rukt de brandweer uit.
(Fluit, fluit)
Dan roepen we: 'Waar is de brand?!!'
We maken 'm effe uit!
(Spuit, spuit)
Dan sluiten we de slangen aan
en draaien aan de waterkraan
en als de spuiten spuiten gaan,
dan is de brand
uit, uit.

Hebben we de brand geblust
en was het een fraaie fik,
(snik, snik)
dan roepen we: 'Naar 't Praathuis toe
met een groot glas prik!'
(Slik, slik)
Dan blussen w'onze eigen brand,
dan drinken w'op de Fabeltjeskrant
en roepen een grote olifant.
Die blaast het liedje
uit.