De Bietenbouwers
De Bietenbouwers - Het Grote Bikkellied lyrics
Your rating:
Ik kom uit een dorpje, zo stil en zo zacht En zo eens in het jaar wordt de koe weer verkracht De rest is niet spannend, er gebeurt hier geen fluit Dus ik pak mijn gitaar en ik trek er op uit Want een stad vol Bikkels, vol met Bikkels en bier Is een stad zonder zorgen, een stad vol plezier Ik ging naar een kroeg toe, daar speelde een band Maar na twee nummers spelen was iedereen ontstemd Plots kwam daar een Bikkel en die speelde wat mee En na twee, drie akkoorden was 't feest in 't cafe Want een band vol Bikkels We staan hier in Plaatsnaam, het dak moet eraf We hebben veel dorst dus gaat bier in 't karaf We houden van vrouwen, lasagna en bier En een tent vol met Jazz interesseert ons geen zier Want een tent vol Bikkels Ik ging op vakantie naar een land ver van hier Ik zocht daar de vrouwen, de zon en vertier Maar ze vielen op watjes, geen Spaanse voor mij Dus geen mij maar een vrouw uit de Hollandse klei Want een land vol Bikkels Ze gaan me begraven heel diep in de grond Maar ook daar hangt de smaak van het bier in mijn mond En al lig ik voor lijk, ik ga te keer als een beest Want ook morsdooie Bikkels die maken het feest Want een graf vol met bikkels Ik kom straks bij Petrus, bestel daar wat bier Maar hij zegt: "Man, rot op, zeg, wij tappen niet hier Probeer eens beneden, want daar zit de hel Het is er wat warm maar daar schenken ze wel" Want een hel vol met bikkels