Dat wij nog Kerstmis kunnen vieren, zoals i onze kindertijd.
De stal en de dennenboom versieren in vrede, vreugde zaligheid.
Dat wij nog naar de sterren staren, de staartster schitterend vooraan.
En nu bij 't trillen  der gitaren elk jaar weer bij de kribbe staan.

Dat wij de kaarsen nog ontsteken, hun lichten op de kandelaar,
tweeduizend jarig reddingsteken, zo oud en nieuw, zo eeuwig klaar.
Dat wij nog bidden voor de mensen voor hun miserie pijn en smart.
Aan allen vrede en vreugde wensen en zaligheid voor ziel en hart.

Dat wij nog allen samen kunnen zingen, het mooiste kerstlied: Stille Nacht.
Als wij toen naar de dorpskerk gingen waar weer het wonder werd volbracht.
Dat wij dit alles nog beleven, verheugd en dankbaar om de vreugd'
die ons zo heerlijk wordt gegeven op kerstmis van ons verre jeugd.