Ik was een man van acht
En zij was achtentwintig
Mijn hart stond in vuur en vlam
Elke dag dat ze de klas in kwam
Ik dacht: ik schrijf een brief voor haar
Maar wat als ze het niet gelooft
Met de zesentwintig letters die een dansje maken in mijn hoofd

Ze leerde ons rekenen en de voltooid verlaten tijd
Hoe de bloomaan al haar baatjes komt
Hoe je een breif aan je leifje schreift
Ik dacht: ik doe zo'n brief voor haar
Maar wat als het niet gelooft
Zesentwintig letters die een dansje maken in je hoofd
Ik dacht: ik doe zo'n brief voor haar
Maar wat als het niet gelooft
Zesentwintig letters die een dansje maken in je hoofd

Dromen werden tastbaar en seizoenen werden heet
Het schooljaar liep zo langzaamaannaar z'n einde toe
Maar nee, ik vergat mijn belofte niet
En ik schreef die brief aan haar
Ze zei: Hier en daar een foutje, maar trek het je niet aan
Het zijn maar zesentwintig letters die een dansje maken in je hoofd