Gesproken woorden (samen):
RUURD: Ah, wat een heerlijke dag. Vind je ook niet, Ben?
BEN: Jazeker, Ruurd. Nu kunnen we eindelijk van de zomer genieten.
RUURD: Hah, ik zou net zeggen. Op naar het dorpsfeest dan maar.
BEN: Inderdaad. We gaan er vandaag maar eens lekker op los.

Couplet 1 (Ruurd):
De winter is alweer voorbij, de zomer is in zicht
De mensen zitten fijn op een terras
De mensen kijken heel erg blij, dat is een mooi gezicht
Een mooie zomer zoals vroeger was

Refrein (samen):
Kijk naar de zon met een zonnestraal op jouw gezicht
In de hete zon, op een terras, zo met je ogen dicht
Kijk naar de zee en de bootjes varen heen en weer
Ja, de mensen zijn gelukkig en ze streven nooit naar meer

Couplet 2 (Ben):
Als ik een lekker visje koop, dan voel ik puur genot
Dan zie ik echt, mijn dorp gaat nooit kapot
Als ik de bloemen buiten zie, dan groeit mijn liefde snel
De liefde voor dit dorp dat ik voorspel

Refrein (samen)

Gesproken woorden (samen):
BEN: Kijk naar de zon met een zonnestraal op jouw gezicht.
RUURD: Mira el sol, está brillando sobre ti.
BEN: In de hete zon, op een terras, zo met je ogen dicht.
RUURD: Sentado en una terraza, con los ojos cerrados.
BEN: Kijk naar de zee en de bootjes varen heen en weer.
RUURD: Mira el mar, muchos barcos están navegando.
BEN: De mensen zijn gelukkig en ze streven nooit naar meer.
RUURD: La gente está feliz y nunca se esfuerzan por más.

Refrein (samen)

Gesproken woorden (samen):
BEN: Dank jullie wel.
RUURD: Bedankt allemaal.