Op de woelige baren bij storm en bij wind
Denkt hij steeds aan z’n blondje dat vrolijke kind
Zij leeft in zijn harte, ze zint in zijn bloed
Hij hoort nog haar stemme in de eb en in de vloed

Zeeman, oh zeeman, ga toch niet weer heen
Zeeman, oh zeeman laat ons niet alleen
Zeeman, oh zeeman toch ga je steeds wee mee
Niets kan jou weerhouden oh jij held der zee
Niets kan jou weerhouden oh jij held der zee

Kleine Greetje uit de polder, kind van ’t lage land
Blond van haar en blauw van ogen geef me toch je hand
Kleine Greetje uit de polder zeg me nu eens gauw
Als het koren rijp is word je dan mijn vrouw

Cheerio, cheerio, in Holland daar zingen ze zo
Weg met de zorgen en weg met ’t verdriet
We komen er wel ook al zijn we er nog niet
Want de jongens van Tromp en Piet Hein
Die krijgen ze lekker niet klein
Er zat vijf jaar de mot in, maar nu zit er schot in
En Hollanders willen we zijn

Op de sluizen van IJmuiden heb ik jou vaarwel gekust
Op de plekje bij de haven stelde jij me weer gerust
‘k Kon mijn tranen niet bedwingen, afscheid nemen deed ons zeer
Op de sluizen van IJmuiden daar zien wij elkander weer