Ze is het middelpunt van de aandacht.
Geen man die niet houdt van de pil.
En er is niets wat mij in de vaan bracht.
Dat nu ze van mij is,
ik haar niet met een ander deel.
Ze niet zo rent en mij niet staan ziet.
Zij doet gewoon haar eigen ding.
En ik weet: als iemand zich aan haar aanbiedt,
dat dat tevergeefs is, want zij gaat er toch niet op in.

't Is oké, ik laat d'r vrij.
En aan het einde van de dag,
is ze weer bij mij.
Ze moet gewoon d'r zelf zijn,
moet gewoon d'r zelf zijn.
Want ik vertrouw in haar en:
iedereen weet, zij vertrouwt in mij.


Ze heeft altijd iemand om mee te praten.
Heeft altijd iemand om mee te praten.
Ze heeft nooit zelf voor haar wijn betaald.
En ik houd haar heus wel in de gaten.
Ik weet dat ze mij voor geen prijs voor een ander verlaat.

't Is oké, ik laat d'r vrij, vrij, vrij, vrij, vrij.
En aan het einde van de dag, 
is ze weer bij mij.
Ze moet gewoon d'r zelf zijn,
moet gewoon d'r zelf zijn.
Want ik vertrouw in haar en:
iedereen weet zij vertrouwt in mij.

Zoveel meer nog dan wij.
Zij moet zich vooral niet beperken voor mij.
Zoveel meer met mekaar.
Alles wat we samen beleven,
steeds blijven geven.
Dat raak je nooit meer kwijt.
(Iedereen weet zij vertrouwt in mij.)

't Is oké, ik laar d'r vrij, vrij, vrij, vrij, vrij.
En aan het einde van de dag,
is ze weer bij mij.
Ze moet gewoon d'r zelf zijn,
moet gewoon d'r zelf zijn.
Want ik vertrouw in haar en:
iedereen weet zij vertrouwt in mij.

© Alain Clark, 2004