Als regenboogforellen in de Amstel sprongen
Als de damastbloem bloeide op het Spui
Als er barmsijzen op het Damrak zongen
En er cirlgorzen floten na een regenbui
En wit van zevenster zag de Van Lennepkade 
En blauw van gentiaan was het Rokin

Als men kluten langs de oevers van het IJ zag waden
En guichelheil nam in de Kinkerstraat haar plaatste in
Als het Singel geel zag van de dotters en de lissen
De ransuil sprak troostend van de Westertoren 
Ook de grootoorvleermuis verborg zich in haar nissen 
Het goudhaantje viel boven het verkeersgedruis te horen
Als het Weteringcircuit wemelde van wielewalen
Dan verdween Adèle Bloemendaal met alles wat ze had
Naar Milaan of Londen waar je niet kunt ademhalen
Naar Rio de Janeiro of Athene of willekeurig welke andere echte stad