Wim Sonneveld
Wim Sonneveld - Naar buiten lyrics
Your rating:
Als de koekoek stil zijn eerste eitje legt Als de natuur ontwaakt Als de vrouw zacht blozend 'Ouwe loeres' zegt Worden er plannetjes gemaakt Papa juicht: 'Haal een halve stuiver zuring-zout, mijn toet En torn er eis het lintje van mijn ouwe strooien hoed.' Mama zegt: 'Leg wat steentjes op het randje, honingblom Want anders trekt je gassie aanstonds krom.' We gaan naar buiten Waar de vogeltjes fluiten Waar het zonnetje zoo heerlijk schijnt Waar de koetjes zoetjes loeien De prinsessenboontjes groeien Waar al je misère verdwijnt Pappie haalt de kinderwagen voor den dag Waar hij zijn pink bij klemt Keesje protesteert, dat hij niet rijden mag Pa raakt nu lichtelijk ontstemd Na twee uur lopen, lispelt Ma: 'Wat heb ik aan dat groen Ik zet geen poot meer verder hoor Het bloed staat in mijn schoen.' Papa verklaart, indien zij persisteert bij dat geval Hij haar perse den schedel klieven zal We gaan naar buiten Waar de vogeltjes fluiten Waar het zonnetje zoo heerlijk schijnt Waar de koetjes zoetjes loeien De prinsessenboontjes groeien Waar al je misère verdwijnt Gijsje slaakt hartstochtelijk een rauwe gil Pa zegt: 'Wat nu schlemiel.' Sid'rend staat de karavaan een wijle stil Gijs loeit: 'Mijn poot zit in het wiel.' Aan 't randje van een sloot wordt kleine Gijsbert plots'ling boos En duwt zijn oudsten broeder met zijn hersens in het kroos Als Pa vraagt: 'Boy, wat doet ge ?', antwoordt Gijs 'Dat he'k geflikt Omdat ie aan mijn lollie heeft gelikt.' We gaan naar buiten Waar de vogeltjes fluiten Waar het zonnetje zoo heerlijk schijnt Waar de koetjes zoetjes loeien De prinsessenboontjes groeien Waar al je misère verdwijnt Heel de kudde vlijt zich op het grastapijt Jubelend van plezier Kees roept: 'Ik ga melken fijn bij het ontbijt' En attaqueert een reuzen stier Papa plaatst heel bedachtzaam 'n Linkse hoek op Keesje's kaak En Moeder fluistert: 'Zakkenroller, lekker, die is raak.' Intussen slikt klein Miesje een hard ei in en wordt groen Pa zegt: 'Ze overlijdt, niets aan te doen.' We gaan naar buiten Waar de vogeltjes fluiten Waar het zonnetje zoo heerlijk schijnt Waar de koetjes zoetjes loeien De prinsessenboontjes groeien Waar al je misère verdwijnt Langzaam daalt de zon, stil naakt de avondstond 't Landschap is nu bloedrood Gijsje haalt twee losse kiesjes uit zijn mond Mie wast haar jurkje in de sloot Papa stelt zich tenslotte aan het hoofd der karavaan En suffig trekt de steegjesploeg weer op de hoofdstad aan In 't broeiende alkoofje dromen zij van 't lentefeest Dat het zoo echt gezellig is geweest We gaan naar buiten Waar de vogeltjes fluiten Waar het zonnetje zoo heerlijk schijnt Waar de koetjes zoetjes loeien De prinsessenboontjes groeien Waar al je misère verdwijnt