Kijk we zijn gelijk
We zijn gestoken in dezelfde vlotte pakken
Kijk, precies gelijk
Dezelfde knopen, zelfde naden, zelfde zakken
En ook precies dezelfde voering, is dat niet ontzettend chic
Nou jam, ze zijn dan ook afkomstig uit dezelfde boetiek
Daarom zeggen alle mensen, als wij wandelen door de wijk
Kijk, kijk, kijk
Ze zijn gelijk

-En inderdaad, we zijn gelijk
Die mensen hebben groot gelijk
Wij zijn gelijk en we beleven dat intens
-Dat idiote onderscheid
Is nou toch werkelijk uit de tijd   
We zijn geen man, we zijn geen vrouw, voortaan zijn we alleen maar mens
-Ik heb een vrouwelijke kant
Maar ook een mannelijke kant
Naar de moderne wetenschap heeft ons geleerd
-En elke man in Nederland
Heeft ook een vrouwelijke kant
Het is niet nodig dat ie zich daarvoor geneert
-Een vrouw was vroeger zacht en teer
Gelukkig hoeft dat nu niet meer
En daarom ben ik vaak een beetje resoluut
-En dat is dan voor mij het sein
Dan mag ik pruilen, dat is fijn
En op m’n vinger bijtend zeg ik: Ha, Bruut
-Ontstemd verlaat ik dan het huis
En kom daarna met bloemen thuis
En als de dag daarop de wonden zijn geheeld
-Dan doen we ’t zelfde andersom
Zo vliegt de tijd gewoonweg om
En er is weinig kans dat iemand zich verveelt
-Kijk, we zijn gelijk
WE moeten allebei om de beurt het huis opruimen
Kijk, precies gelijk
We mogen allebei vloeken, krabben, snurken, pruimen
-Ik ben verleidelijk en wulps, of hard en stoer naar willekeur
-Ik ga naar binnen waar ik wil al staat er ‘Dames’ op de deur
- Ach ons leven is zo boeiend zo afwisselend en rijk
Want kijk, kijk, we zijn gelijk
-U zal wel zeggen: Klets maar an
Er zijn toch dingen waar een man
Niet toe in staat is ook al wil ie zo graag
-En er zijn dingen waar een vrouw
Niet in staat is door haar bouw
Jawel dat denkt u,maar dat is nog de vraag
-Het blijft au fond toch heel verkeerd
Dat er geen vrouw is die zich scheert
Al zou ze ’t alleen maar doen voor het gebaar
-Dus dames weest u eens galant
Neem ook het scheermes es ter hand
Als we ’t gereggeld doen, dan komt er wel wat haatr
- Ik vraag u waarom moet een heer
Toch steeds opnieuw en telkens weer
Z’n plaatsje afstaan aan z’n vrouwtje in de tram
-Kom dames weest u eens sportief
Ze zijn voor ons toch ook zo lief
Dus geef uw plaatsje in de tram een keer aan hem
-En heeft er iemand commentaar
Zo van wat doen die mensen raar
Want ach je weet hoe gauw men iets bespottelijk vind
-Dan zegt u enkel, ach meneer
U bent een ongelikte beer
Maar als u ’t weten wilt, mijn man verwacht een kind
-Kijk, we zijn gelijk
En daarom moeten we elkanders lot verlichten
Kijk, precies gelijk
Gelijke rechten scheppen ook gelijke plichten
-De vrouw heeft lang genoeg de lasten van het moederschap getorst
-En bovendien een man wil ook wel es een baby aan de borst
-Als je werkelijk iets wilt, dan ligt dat binnen je bereik
Want kijk, kijk, we zijn gelijk, precies gelijk
En kijk, kijk, we zijn gelijk