Toen onze club werd opgericht,
was roem nog ver te zoeken!
We speelden tegen cluppies uit de buurt,
een voetbalveld werd af en toe gehuurd
en ook een elftal broeken.

We schopten maar een eindje weg
en op z’n boerenfluitjes.
We trainden buiten – vóór op het trottoir.
De oude dames hadden dan bezwaar
en tikten op de ruitjes.

Doch onze club hiep hoi, hiep hoi,
ging lekker nooit verloren,
is altijd blijven scoren!
Al lag zij vele jaren op haar gat,
zij heeft haar tijd nog lange niet gehad.
Ze vecht als nooit tevoren!

En met een crack uit Appelscha
(van bijna vijftig ballen)
kan ons de beker feitelijk niet ontgaan.
De glorietijd van Oebele breekt aan!
(Als wij het niet verknallen!)

En onze club hiep hoi, hiep hoi,
gaat lekker nooit verloren,
zal altijd blijven scoren!
We geven aanstonds Feyenoord z’n vet,
we knallen straks vriend Treijtel door het net.
De cup zal ons behoren!