De eerste- en tweedeklassers
in het middelbaar onderwijs
gaan met boeken en schriften en passers
al vroeg in de ochtend op reis.

Ze fietsen of treinen of trammen
naar het nuchtere schoolgebouw.
Ze hebben onzekere stemmen:
net niet een man of een vrouw.

Op weg naar de scholen, op weg naar de klassen,
hoofden vol huiswerk, loodzware tassen.

Slungelig, krom in de schouders,
omdat ze zo snel zijn gegroeid.
Soms nog een zoen van hun ouders,
dat wordt hartgrondig verfoeid.

Ze moeten hun Engels kennen,
hun Duits en geschiedenis,
Maar hun hart is bij Queen en Lennon,
The Stones, David Bowie en Kiss.

Op weg naar de scholen, op weg naar de klassen,
hoofden vol huiswerk, loodzware tassen.

Het is nog maar kort geleden
dat hun leven gemakkelijk was.
Toen zaten ze klein en tevreden
op de lagere school, zesde klas.

Het is nu atheneum of havo,
gymnasium een enkel geval.
Het is lbo of de mavo,
maar geploeterd wordt overal.