Wende Snijders
Wende Snijders - De eenzaamheid lyrics
Your rating:
Ze was er zomaar toen ik thuis kwam, Op een avond het was laat. Nu zal ze altijd naast mij lopen, Ze woont voor altijd in mijn straat. Ze kent de geur van rotte liefdes, Ze ruikt verdriet, ze is een gier. Ze heeft mij blijkbaar opgewacht, Ze kwam terug nu is ze hier. Met haar uitgestreken trekken, En haar ogen zwart omrand. Brengt ze elk hart tot tranen, Maakt ze elke pijn tot brand. En zo bleekt ze elke blijheid, Zo verweekt ze elke kracht. En ze mengt haar koude winter, Door mijn warme zomernacht. Die trieste zwarte mantel En dat ongekamde haar. Onaanzienlijk en wanhopig, Ga toch weg naar weet ik waar. Met je blikken van verveling Breng je niets dan averij. Ga toch weg naar ergens anders En zoek daar dan maar naar mij. Ik wil nog draaien in mijn heupen Als de lente mij verward. Ik wil mijn wakker hart nog voelen, Kloppend om een kloppend hart. Ik wil nog nachten lang niet slapen En ten slotte als het kan, Wil ik dood willen van liefde, Met een kop vol houden van. Maar ze zei; ‘open je voordeur Want je raakt me nooit meer kwijt. Je liefdes zijn al lang vergaan, Ik ben terug ik heb de tijd, ja’ Ze schreven mooie verzen, Die mooie mannen op een rij. Nieuwe lentes, nieuwe woorden, Dat is allemaal voorbij.