In Soho in een bar met blues
Zingt een vrouw de longen uit haar bloes
Met diepe stem haar blik omfloerst
De mannen naar zich toe op de dansvloer

De bolle pinguïns in hun paringsdansen
Waggelswals uitbundig tonend
Krols op lome klanken en jahoes
De vormeloze lijven naar elkaar gebogen

En alles deint en deint, zo deint de lucht
En alles deint en deint, de wereld deint

Waarom hij van haar ging
Die op het podium bovenop stond
Dat sexy schatje met haar zwoele zin
Op de onbewerkte schreeuw van saxofonen

De dames aan de tafels vallen in
Het ritme en het tegenritme in
Een stem ontsnapt aan een dubbele kin
De valse liefde hummend op een vaste riff

Voeten tikken vinnig van zich af
Handen geven elkaar om de beurten klappen
Tongen klakken, vonkig hoge hakken
Monden pakken elkaar in

En alles deint en deint, de wereld deint
De armen, de borsten, de rompen
Dijen uit en slinken, klinken in
Tot een ingedikte solo waarom hij ging

In Soho in een bar met blues
Zingt een vrouw de longen uit haar bloes
Met diepe stem haar blik omfloerst
De mannen naar zich toe op de dansvloer

De bolle pinguïns in hun paringsdansen
Waggelswals uitbundig tonend
Krols op lome klanken en jahoes

Waarom hij van haar ging
Die op het podium bovenop stond
Dat sexy schatje met haar zwoele zin
En niet langer met hem samenwoont

En alles deint en deint, de wereld deint
In één adem op vlees, vet en botten
Dat haar lief, de klootzak, is vertrokken
Ontlokt aan haar een lokroep tot in onze strotten