Volksliedjes
Volksliedjes - De kroeg lyrics
Your rating:
Kom zet u neder wij gaan nog iets drinken Op de gezondheid van al uw vrienden Hallo kastelijn een rondje voor mij Het werk is gedaan , nu zijn wij vrij Voor mij niet meer , ik moet huiswaarts keren Zo sprak een man in half versleten kleren Een ander sprak trek het u niet aan Het werk is gedaan , wij mogen drinken gaan En thuis waar vrouw en kinderen hem wacht Kwam hij bedronken aan rond middernacht Refrein Hij sprak : Vrouw ik ben zat O wat heb ik plezier gehad Als men gans de week moet werken Mag men zich s'zaterdags wel wat versterken Als ik drink heb ik u lief Dan noem ik u mijn hartendief De vrouw sprak : Man ik wil het u vergeven Het is de eerste maal in uw leven Wat de vrouw ook zei het kon niet meer baten Den drank helaas kon hij niet meer laten Van het werk ging hij naar de kroeg Luisterde niet als zijn kindje kloeg Vader kom naar huis wij zitten zonder eten Hij was door den drank zijn vrouw en kind vergeten En door het drankmisbruik zoals het dikwijls gaat Liepen vrouw en kind bedelend langs de straat De man gans aan den drank verslaafd Werd als een hond overal weggejaagd Refrein En als hij dan vrouw en kind weerzag En zij verweet hem zijn slecht gedrag Sprak hij : Vrouw wil het mij vergeven Ik kan zonder alcohol niet meer leven De vrouw smeekte hem dan zo teer Keer toch tot uw vroeger leven weer Gij laat mij en onze kleine Van honger en gebrek weg kwijnen Hij zocht vergeefs nog werk te vinden Vroeg ondersteuning aan zijn vroegere vrienden Maar geen enkel die daar gehoor aan gaf Toen men uitgeput op zekeren dag Door het drankmisbruik de man zag neerploffen Hij was door een beroerte getroffen En toen men hem naar het gasthuis bracht Waar zijn vrouw en kindje waakte dag en nacht Het knaapje smeekte aan den opperheer Ach beste man , schenk mij mijne vader weer Refrein Hij sprak : Kind ik heb misdaan Genees ik , dan is het ook gedaan Ik zweer u trouw nooit meer te drinken Ook is het gedaan met mijn vroegere vrienden Ik haat en vervloek den sterken drank Hij bracht ons armoe en schand En terwijl hij sprak van een nieuw leven Kwam hij zijn laatste snik te geven ------------------------------------------