Den duivenmelker

Ik ben Augustinus Van Der Veken en duiven melken is mijn genot
Daar kan ik goed van mede spreken ik zit gedurig op mijn kot
Van s'morgens vroeg bij het ontwaken hoor ik mijn duifkens veel vreugde maken

Refrein
Van s'morgens vroeg tot s'avonds toe aroekedekoe aroekedekoe
Van s'morgens vroeg tot s'avonds toe aroekedekoe aroekedekoe

 Mijn vrouw die kan mij zo vervelen , zij maakt gedurig ruzie en lawijt
Als ik met mijne duiven spele zegt ze : ge zijt weer uw centen kwijt
Maar nu heeft ze zich eens bedrogen , ze hebben vandaag een prijske gevlogen

Refrein
En t'was dan nog ne vlucht op Genoux aroekedekoe
En t'was dan nog ne vlucht op Genoux aroekedekoe

Als ik thuis kom ge zult wat horen gij ruigen heer ge zijt weeral zat
Maar k'zal mij daaraan toch niet storen , ik heb vandaag toch een prijske gehad
Maar als ze iets zegt over mijn duiven , dan zult ge t'verdomme zien stuiven

Refrein
Want ik hou voor haar mijne smoele niet toe aroekedekoe
Want ik hou voor haar mijne smoele niet toe aroekedekoe

Verleden week ik was er buiten het zat er weer bovenarms op
Zij riep de centen zijn gaan fluiten ze sloeg de keef al op mijne kop
Ik verloor van kollerie mijn zinnen en smeet een duivenei op haar kinne

Refrein
Ze schreeude en verweet mij voyoux aroekkedekoe
Ze schreeude en verweet mij voyoux aroekkedekoe

Ik ga naar huis bij mijne vrouwe en zet mijn beestjes eerst op hun kot
En als ze iets zegt dan sla ik gauwe , behalve mijn duiven den boel kapot
En als ze nog durft tegenspreken zal ik haar rap in een keefke steken

En ik laat ze tekenen op Genoux aroekkedekoe
En als ze komt rap het deurke toe aroekkedekoe
              -------------------------------------------