Vlaamse volksliederen
Vlaamse volksliederen - De verleider lyrics
Your rating:
De verleider Er was een lief en aardig kind Van zestien jaar werd zij bemind Zij woonde op een zolderkamer Zij was zo schoon maar toch zo arme Hard moest zij werken voor haar brood Nooit was zij blij , nooit was zij vro Haar wanhoop was somtijds zo groot Ze sliep snachts op een zak stro refrein Maar zij was schoon Veel schoner dan een roos Men bood haar schatten t'Was om haar bloem te ontrukken Maar zij bleef rein Als een engel zo schoon Doch liet voor geld nog goed Haar maagdenbloem niet plukken Zij werkte bij een rijke heer Die haar bevond zo lief en teer Meisje voldoe aan mijne wille Ik zal voldoen al uwe grillen k'Geef u een kamer in geernij Veel schone kleren in satijn Geld en juwelen in overvloed Al wat uw lusten voldoet Maar zij was schoon .... Refrein De fabrikant die sprak vol vuur En met een hart zo broos en stuur Als gij me nog langer laat vragen Zal ik u naar de straate dragen k'Zal u ontnemen werk en brood En in d'ellende en in de nood k'Maak dat gij nooit meer werk vind Dat gij uw kost nergens meer wint Maar zij was schoon .... Refrein Het was nu winter en het vroor sterk En d'arme meid was zonder werk Ze liep de straten in het ronde Gans uitgeput viel zij ten gronde Zij riep : ik wil bij moeder zijn Die mij verlost van smart en pijn Zij sprong in ene watervliet Van de kommer en t'verdriet Maar zij was schoon .... Refrein -------------------------