Vlaamse volksliederen
Vlaamse volksliederen - De vedelaar lyrics
Your rating:
De vedelaar Daar klonk een liedeken langs de baan Die leidt naar het hof Ter Voorde De veld jeugd bleef er voor luisterend staan Zo zeer hem het lied bekoorde Het was een vrolijke vedelaar Die naderde al ui de verte Van kleding arm en vergrijsd van haar Maar rijk toch en jong van herte Refrein Ach hij speelde zo goed , zo lang zo lief Ach hij speelde zo zoet Ach hij speelde zo goed , zo lang zo lief Ach hij speelde zo zoet Kom speleman schimpte de heer van t'hof Ik stel op proef uw kunste Gemakkelijk wont ge der boeren lof Kom win nu mijn rijke gunste Ge speelt het lied dat de jeugd bekoort Die danst in de zonneglansen Nu t'lied gespeeld in t'duister oord Doe t'kruipend gedierte dansen Refrein Daal onder de aarde in den duisteren gang Die uitkomt , geen mens en weet het Die zeven mijlen en meer is lang Toe speelman , geen held deed het Bezoek de hagedis in heur woon Ga padde , ga slang bekoren En pas wel op dat ge uw vendeltoon Al gaande gestaag laat horen Refrein Hij ging , hij bukte en verdween in t'hol t'Geheim van het hof Ter Voorde En aanstonds dreunde t'van klanken vol Wier weergalm allengskens smoorde De veldjeugd liep over t'land en lag Haast plat op den grond te luisteren De toon verflauwde versmolt en ach Stierf weg in der stemmen fluisteren Refrein Waneer de dansers in blijde schaar Langs hier nog ter kermis trekken Dan zwijgen ze allen en luisteren naar t'Geluid dat hun stappen wekken Hieronder fluisteren ze galmt de zang Die uitliep van t'hof des eelmans Hieronder stierf eens de vedelzang De leste des armen speelmans -----------------------