Mooie Johanna, mijn lieve vriendin.
Als ik ooit om tederheid kom vragen,
ban ik dan welkom, laat je me d'r in
of zal je me als een vreemdeling verjagen?

Als ik al mijn zorgen
in mijn hoofd heb meegebracht
om ze op je kamer uit te wenen,
zal je naar me luisteren
de Godganse nacht
en me ook nog in je armen nemen?

Ik ben wel de plezantste
als ik de vuilbak buiten staat,
maar ik kan ook vreselijk afzien
als de vuilbak binnen staat.
En vroeger zocht ik troost
op de schoot van mijn mama,
maar nu zoek ik de schoot van
mooie Johanna.

Mooie Johanna, mijn lieve vriendin.
Als jij ooit om tederheid komt vragen,
dan laat ik je d'r blindelings
zonder aarzelen in.
'k Zal je zelfs nog zelf
de trap opdragen.