Toon Hermans
Toon Hermans - Versjes lyrics
Your rating:
Het torretje Ergens in mijn tuin zag ik een torretje van 't mannelijk geslacht, het had een snorretje, maar later bleek en dat was het frappante, 't was zeer waarschijnlijk een wat zwaar behaarde tante De mug Ik plaag Marie ik treiter Mientje ik pest Sofie en ik sardientje Hazewinden Twee hazenwinden vrijen op het strand en geen van beide vind het genant telkens als ik nu hazewinden tegenkom denk ik, hazewinden er geen doekjes om Wat heb je aan al je miljoenen, Piet als je piesen moet en je kan 't niet Non Ik zie nog zuster Gratia en zuster Aldegonde wanneer ze in de wind op het strand volop te wapperen stonden als hemelvlaggen in de wind. Ik vond het zo apart daar tussen al die blote kleur, het devote zwart nu staan ze in jumpertjes wat grijsjes in de zon en af en toe zegt iemand nog: die juffrouw is een non Het tandje van Jantje Hij heeft z'n eerste tande. Het kwam een beetje laat voor je met je bek vol tanden staat Vriend Je hebt iemand nodig stil en oprecht die als het erop aan komt voor je bidt en voor je vecht pas als je iemand hebt die met je lacht en met je grient dan pas kun je zeggen: ik heb een vriend De grote kunstenaar De kunstenaar nam aan de bar met haar een lekker lunchje en zie, de grote kunstenaar flikte haar In het gras van de wei In het gras van de wei wordt geweldig gevrijd in het klein maar niet minder reusachtig want dat gaat daar van hup het is een grote club geen gedoe van "mevrouw ik bekoor u" neen, de rups of de spin zegt gewoon heb je zin want er zijn nog vier wachtenden voor u