-Ik sta te popelen-
Hoor ik die piano spelen, elke avond weer
Leg ik alle sores van de wereld naast me neer
Ik bouw mijn eigen wereld op van acht tot elf,mevrouw
waar het gras nog groen is en de hemel blauw  
Hemel blauw, hemel blauw
waar het gras nog groen is en de hemel blauw  
Blauw

Hoor ik die piano spelen, kriebelt ’t in m’n bloed
Een kriebel die me louter blije dingen zingen doet
Dan zing ik: weet je wat, m’n schat, het komt door jou
 Dat m’n gras nog groen is en m’n hemel blauw  
Hemel blauw, hemel blauw
Dat m’n gras nog groen is en m’n hemel blauw  
Blauw

-Doe ‘ns mee, doe ‘ns even mee met blauw. Ja – 

Blauw
Blauw 

Hoor ik die piano spelen, zie ik  vis à vis  
Al die ogen op een rij, dan zing ik: vive la vie  
En als me al die mensen zouden vragen wat ik wensen zou
Dat het gras weer groen is en de hemel blauw  
Hemel blauw, hemel blauw
Dat het gras weer groen is en de hemel blauw  
 
-Mensen,  zo lang als ik leef zing ik. En zo lang ik leef zing ik van de goede dingen van deze aarde. –

Hoor ik die piano spelen, hier en overal
Dan zing ik van de lentezon,. zolang ik zingen zal
Schrijf op m’n graf: Hier ligt die vent
Die alsmaar zingen wou
Van het gras dat groen is en de hemel blauw
Hemel blauw, hemel blauw
Hemel blauw
Hemel blauw, hemel blauw
Hemel blauw, hemel blauw
Hemel blauw, hemel blauw
Hemel blauw, hemel blauw
Hemel blauw