Als de kinderen blèren van de zonneblaren
En papa z'n lange onderbroek laat varen
En als mama pa's panamaatje nog eens borstelt
En d'r lichaam in een crêpe dessintje worstelt
Dan kijkt ze naar papa en zegt: "Wat ben je chique, vent"
"Lekkere troel, wat zou je denken van een weekend?"
En dan gaat de spaarpot open; de familie gaat naar zee
En het kinderkoor des huizes brult met vaders brombas mee:
 
   "Als je per se de zee wil zien moet je naar Zandvoort gaan
Met die ouwe blauwe tram op het Spui in Amsterdam
Je neemt een heen-en-weertje en dan ben je klaar
Van het Spui in Mokum naar de boulevard"

Bij de ingang van de tram begint het knokken
Tante Jet gaat langzaam van d'r witte sokken
Moe met kleine Jantje die een plakkie koek pakt
En de koek met jam op moeder nieuwste look plakt
Vader maakt zich in 't gedrang ook al te sappel
Met papieren boordje om z'n adamsappel
En zo hokken en zo sjokken weekendmensjes in de klem
Gedecoreerd met blauwe plekken klinkt het door de blauwe tram: 
 
   "Als je per se de zee wil zien moet je naar Zandvoort gaan
Met die ouwe blauwe tram van het Spui in Amsterdam
Je neemt een heen-en-weertje en dan ben je klaar
Van het Spui in Mokum naar de boulevard"

Op het strand bij het geweeklaag van de spruiten
Demonstreert papa zijn witte wiebelkuiten
En het badpak van mama in duizend kleuren
Dreigt dan bij d'r ruggenwervel in te scheuren
Moeder wil na twaalf ijsies aan de duik slaan
Van het ijs heb ze de bloemen op d'r buik staan
pa met zaddoek om z'n herses as een derderangse sjeik
Moeder maakt sortief de brug en pa zegt: "Kijk es, de Moerdijk"
 
   Als je per se de zee wil zien moet je naar Zandvoort gaan
Met die ouwe blauwe tram van het Spui in Amsterdam
Je neemt een heen-en-weertje en dan ben je klaar
Van het Spui in Mokum naar de boulevard