De deur valt zelden achter mij dicht, of Tobias komt buiten
het is een hond, het is geen gezicht, hij komt niet eens tot aan mijn kuiten
hij rolt zich zomaar van de trap en valt in de armen van de regenboog
vier pootjes dragen die zwarte lap en houden zijn buikje nog net droog

Maar ga ik buiten naar het bos, ik vraag hem nooit, hij volgt gedwee
al is het dan maar vuilnisbakkenras, Tobias gaat mee (3x)

Je reikt zo vaak naar een mensen hand, die hoef je maar te grijpen
maar vriendschap is hier in dit land niet zo om naar uit te kijken

Mensen zijn soms ontzettend kil, ze horen je niet, ze zijn stekeblind
alleen de kijkbuis houdt hen stil, nee, ’t is niet zo fraai wat je hier vindt

Maar ga ik buiten naar het bos, ik vraag hem nooit, hij volgt gedwee
al is het dan maar vuilnisbakkenras, Tobias gaat mee (3x)

Mensen zijn soms ontzettend kil, ze horen je niet, ze zijn stekeblind
alleen de kijkbuis houdt hen stil, nee, ’t is niet zo fraai wat je hier vind.

Maar ga ik buiten naar het bos, ik vraag hem nooit, hij volgt gedwee
al is het dan maar vuilnisbakkenras, Tobias gaat mee (3x)