Er staat een man voor m’n deur maar ik ken ‘m niet
hij draagt een lange zwarte jurk net als een travestiet

Er staat een kerel voor m’n deur maar ik ken hem niet
hij zegt je kent me wel, maar ik ken ‘m niet
er staat een man voor m’n deur maar ik ken ‘m niet
hij draagt een lange zwarte jurk net als een travestiet
er staat een man voor m’n deur maar ik ken ‘m niet
hij zegt je kent me wel, maar ik ken ‘m niet
hij kijkt nu op me neer, ken je me niet meer
die ene keer in Suriname tijdens slecht weer
je zat in een jeep waaruit muziek keihard pompte
je broer zat aan het stuur en jullie waren stom dronken
kletsend over het feest waar jullie net waren geweest
sufte jij halfweg en je broer reed als een beest
op de weg in 3 seconden was het lot beslecht
5 meter voor een kruising kwam een auto aan van rechts
in een flits zag je het licht dat was het laatste wat je zag
(oh shit) ik stond naast je in die nacht toen je daar lag
op de grond zwaar gewond naast die jeep
er stroomde bloed uit je mond en het leek alsof je sliep
en ik riep je in het donker kom maar bij me
maar je vocht door voor je leven je keek me aan en je zei me
ik kan niet met je meegaan m’n familie wacht op mij
toen nam ik afscheid van je want je kwam weer langzaam bij
maar eens ben je van mij (2x) hoor je wat ik zeg je bent nou van mij

Er staat een man voor m’n deur maar ik ken ‘m niet
hij draagt een lange zwarte jurk net als een travestiet (4x)

Denk eens goed naar je was nog jong een jaar of 6
levend in je eigen wereld koppig als de pest
je was thuis aan ’t spelen en buiten scheen de zon 
je begin je te vervelen en liep naar ’t balkon
op 3 hoog stond je en ik stond beneden
ik groette nog naar je ben je ’t vergeten
hoe impulsief je was je bedacht steeds gekke dingen
je kreeg toen ’t idee om naar beneden te springen
je moeder die was binnen en jij ging je gang
je was niet zo lang maar trok je op aan een stang
klom over de railing want jij was niet bang
ik stond daar met open armen en riep spring dan, spring dan
op dat moment stopten de vogels met fluiten
op dat moment viel een doodse stilte buiten
ik riep nog naar je, ik vang je wel op spring maar omlaag
en toen je wilde springen (3x)
pakte je moeder je in je kraag en sleepte je naar binnen
en gaf je een pak slaag
’t zit vast in je geheugen ook al is het dan vaag
en nou wil je zeggen dat je mij niet meer kent vandaag