Boven, onder, voor, achter
Links, rechts, ver weg, dichtbij
Hoog, laag, licht, donker, hard, zacht
Veel, weinig, mooi, lelijk, zwart, wit
Bert die staat en Ernie zit

M’n hoofd is boven, m’n voeten onder
Hij wil patat met, ik wil patat met zonder
Een petje zet je op je hoofd 
En schoenen doe je onder aan je voeten
Links daar zit je fietsbel en die andere kant: 
Dat zal dan rechts zijn moeten    

Ik moest zo lachen om dat meisje voor
Ik zit achter haar, 
Maar ik zal niet aan haar vlechten trekken, hoor
Er staat een lange rij voor de bus. 
Ik ga er netjes achter
Maar die dikke meneer die dringt voor. 
Die heeft geen zin in wachten

Jij gaat naar rechts, ik naar links, niet naar boven
En daar in het midden daar zit Grover
Heel ver hier vandaan, nog achter de blauwe lucht
Daar staat de zon
Maar de zonneschijn die komt heel dichtbij
IK wou dat ik zo’n eind reizen kon

Ik zie een duifje vliegen
Van dichtbij naar heel ver weg
En ook van hoog naar laag
Want dat doet hij heel graag
Op zolder zit je hoog en droog
In de kelder zit je laag
Maar als het regent en het dak lekt
Zit je hoog en nat en loopt de kelder vol met water
Dan zit je laag en nat, wist je dat 

Nee

In het licht is het licht
In het donker is het donker
Ik kan hard schreeuwen
En ook zacht praten
Ja ja, ik hoor je wel
 
   Boven, onder, voor, achter
Links, rechts, ver weg, dichtbij
Hoog, laag, licht, donker, hard, zacht
Veel, weinig, mooi, lelijk, zwart, wit
Bert die staat en Ernie zit

Overdag is het buiten licht
En ’s avonds wordt het donker
Maar soms wordt het overdag al een beetje donker
Als het gaat regenen
En als je in je bedje ligt
En je wilt stiekem een boekje lezen of tekenen
Kruip je onder de dekens en met een zaklantaarn
Heb je dan lekker licht
Gi gi gi

Als je op straat valt, val je hard
Dat kan je beter maar niet doen
Als je wilt vallen, val dan maar op je bed
Of lekker in het plantsoen
In het hoge gras, weet je wel
-Ja
-Dan val je niet zo hard, gi gi gi

-Er zat nog veel ijs in deze beker
En nu nog heel weinig
Want ik  heb het bijna allemaal opgegeten
-Die tekening vind ik lelijk
Die scheur ik maar gauw stuk
Maar deze die is mooi
Die is pas goed gelukt

Deze duif is in het echt heel mooi
Toen hij daar zo kwam 
Maar op de foto is hij lelijk
Omdat hij niet stil wou zitten
Toen ik de foto nam

Laatst zag ik een kudde schapen
Die waren allemaal wit
Behalve eentje die was zwart
Leuk hè, en nu nog even dit
In je mond zitten je tanden
Die zijn stralend wit    
Maar als je niet goed poetst
Dan krijg je op het laatst
Een helemaal zwart gebit
   
Drop is zwart 
Papier is wit
En daarom zingen wij dit
Met pit

   Boven, onder, voor, achter
Links, rechts, ver weg, dichtbij
Hoog, laag, licht, donker, hard, zacht
Veel, weinig, mooi, lelijk, vroeg, laat
Bert die zit en Ernie staat