Hij was nooit oprecht verliefd geweest
tot hij haar kuste op dat wilde feest
hij zei ik wil weten wie je bent
zij vond hem een 'goeie onenightstand'

een leven lang, een leven lang
hield hij van haar
een leven lang

na haar was geen enkele vrouw nog goed
hij dacht ik weet niet wat ik nu moet
want hoe vaak hij het haar ook vroeg
telkens was ze duidelijk genoeg

een leven lang, een leven lang
hield hij van haar
een leven lang

hij liep met zijn gevoelens niet te koop
hij leefde enkel en alleen op hoop
en droomde van een mooi en groot gezin
maar zonder haar had alles weinig zin

een leven lang, een leven lang
hield hij van haar
een leven lang

op de dag van zijn laatste reis
was eindelijk de wanhoop ook voorbij
zijn vrienden kwamen om bij hem te zijn
zijn laatste rustplaats geurde naar jasmijn

zij kwam ook wat niemand had gedacht
waarom had ze toch zolang gewacht?
naast haar stond een jongen, wat bedeesd
zoals zijn vader op dat wilde feest

een leven lang, een leven lang
hield hij van haar
een leven lang
een leven lang, een leven lang