Ik ben vanochtend opgestaan
en heb mijn wambuis aangedaan,
mijn jas gepakt, mijn beurs met geld,
ik heb mijn glimlach opgespeld.
Ben moedeloos van huis gegaan,
heb alle eten laten staan,
ben wandelend bij het strand beland,
schreef grote harten in het zand.

Ik ben ongelukkig verliefd,
ongelukkig verliefd, oooooh…

Ik kijk niet waar ik ga of sta,
ik loop mijn schoenen achterna
met wilde dromen in mijn hoofd
en wie niet in verdriet gelooft.
Hoe komt het dan dat mijn matras
vannacht doorweekt van tranen was
en sinds de dag dat zij hier woont
mijn slopen vier maal zijn verschoond?

Ik ben ongelukkig verliefd,
ongelukkig verliefd, oooooh…

Hee wijfje, kom eens een beetje naar buiten!
Hee wijfje, waar blijf je, wijfje warm lijfje!
Hee wijfje, kom eens een beetje naar buiten!
Hee wijfje, waar blijf je, wijfje warm lijfje!

Ik ben ongelukkig verliefd,
ongelukkig verliefd, oooooh…

Vergeef me als ik in mijn leed
zo nu en dan toch nog iets eet.
Ik zet al bij mijn tweede hap
mijn ellebogen in de pap.
Ik hoor geen woord, begrijp geen wenk,
omdat ik aldoor aan je denk.
Mijn vrienden zijn dat nu niet meer,
omdat ik niet meer converseer.

Ik ben ongelukkig verliefd,
ongelukkig verliefd, oooooh…

Hee wijfje, kom eens een beetje naar buiten!
Hee wijfje, waar blijf je, wijfje warm lijfje!
Hee wijfje, kom eens een beetje naar buiten!
Hee wijfje, waar blijf je, wijfje warm lijfje!

Ik zie, maar ik ben stekeblind;
ik gooi mijn liedjes op de wind;
ik sta te zuchten en ik kras
je naam in het beslagen glas.
Ik pak de luit, melancholiek,
en maak een ander soort muziek
Het lachen ben ik lang verleerd
en wat ik doe, doe ik verkeerd.

Ik ben ongelukkig verliefd,
ongelukkig verliefd, oooooh…
Hee wijfje, kom eens een beetje naar buiten!
Hee wijfje, waar blijf je, wijfje warm lijfje!
Hee wijfje, kom eens een beetje naar buiten!
Hee wijfje, waar blijf je, wijfje warm lijfje!

Kijk wie er hier ten einde raad
te balken bij je venster staat:
het is een radeloze man
die zonder jou niet leven kan.
Hij hijgt van klinkklaar ongeluk
en bijt des nachts zijn deken stuk.
Ik huil met al mijn haren los
hard met de wolven in het bos.

Ik ben ongelukkig verliefd,
ongelukkig verliefd, oooooh…