In dit hotel is nog een kamer vrij...
In dit hotel is nog een kamer vrij...

Er gaan een vrouw en een man over straat met een plan
Liefste liefje, liefste liefje laat het deze nacht zo zijn
Dat ik jou, dat jij mij, kom vergeet de laatste trein
En ga met mij mee, ontbijt voor twee, ik zal je minnaar zijn

Hier in dit hotel is nog een kamer vrij
Die nemen wij, hier nemen wij een kamer voor 1 nacht
Want we hebben wat te vieren en we slapen tegen vieren 
In elkaar, in elkanders armen in

Er zit een vrouw op de rand van een stalen ledikant
En wat heeft ze mooie ogen maar wat kijken ze bedroefd
Want ze denkt aan haar man dat het zo niet verder kan
En dan stuntelt zij, toch kunnen wij, voor altijd vrienden zijn

Hier in dit hotel is nog een kamer vrij
Die nemen wij, hier nemen wij een kamer voor 1 nacht
Want we hebben wat te vieren en we slapen tegen vieren 
In elkaar, in elkanders armen in

In dit hotel is nog een kamer vrij...
In dit hotel is nog een kamer vrij...

Er staat een man aan het raam en hij mompelt zacht een naam
Mooie Anna, mooie Anna op De Valebeiders Plein
Maar zij rent over 't plein naar de allereerste trein
En dan fluistert hij "Waarom zijn wij niet altijd bij elkaar"

Hier in dit hotel is nog een kamer vrij
Die nemen wij, hier nemen wij een kamer voor 1 nacht
Want we hebben wat te vieren en we slapen tegen vieren 
In elkaar, in elkanders armen in