Ik dans op straat
half uit de maat
wat heen en weer.
Ik ben op het oog een slome beer,
maar in mijn hart gaat het tekeer,
want de ketting in mijn neus begint te slijten
en als hij knapt, toon ik mijn baas mijn kwaliteiten.
Ik pak hem beet,
hij geeft een kreet.
Dit is een dans die deze bruut nooit meer vergeet.

Wij dansen samen dan een laatste tango.
Hij stribbelt wel wat tegen, maar hij moet.
En of hij wil of niet, hij danst op mijn commando,
want hij weet wel, dansen zit mij in het bloed.
Dus ik dans met hem een allerlaatste tango
voor de vernederingen en voor alle pijn.
Ik knijp mijn kwelgeest langzaam fijn als een mango,
met elke stap en elke pas krijg ik hem klein.

Ik dans op straat
soms uit de maat.
Mijn baas wordt kwaad
en pakt een stok. Hij scheldt en slaat.
Ik voel de wrok en ruik de haat,
maar op een dag dan keren plotseling mijn kansen
en voor ik vlucht, zal ik nog één keer met hem dansen.
O, ik pak hem beet,
hij geeft een kreet,
want ik leg mijn grote voorpoot om zijn reet.

Wij dansen samen dan een laatste tango.
Hij stribbelt wel wat tegen, maar hij moet.
En of hij wil of niet, hij danst op mijn commando,
want hij weet wel, dansen zit mij in het bloed.
Dus ik dans met hem een allerlaatste tango
voor de vernederingen en voor alle pijn.
Ik knijp mijn kwelgeest langzaam fijn als een mango,
met elke stap en elke pas krijg ik hem klein.