Weer een droeve daad
Door nijd en ook smaad
Die gansch Kalken heeft gestoord
Op een man zoo braaf
Aan het werk verslaafd
Van daar nu het vreeselijk lot

Hoe laf kan het bestaan
Wat had dien braven man misdaan
Hij die was met al het goed begaafd.
Hij nam 't wapen in d'hand
En plofte het in zijn hart
Daar zal hij boeten voor zijne vreede daad

Ach, wie hoort die kreet
Van zijn zieleleed
Toen hij lag ten gronde neer 
Het was een vreed gemoed
Daar lag hij in zijn bloed
Hij die was toch altijd goed

Hoe laf kan het bestaan
Wat had dien braven man misdaan
Hij die was met al het goed begaafd.
Hij nam 't wapen in d'hand
En plofte het in zijn hart
Daar zal hij boeten voor zijne vreede daad

Den dader stond nu daar 
Wezenloos versteend
Sloeg een blik in rond elkeen
Hij riep "Ik heb misdaan
Voor zulk een gruwe daad
… ik boeten in het gevang

Hoe laf kan het bestaan
Wat had dien braven man misdaan
Hij die was met al het goed begaafd.
Hij nam 't wapen in d'hand
En plofte het in zijn hart
Daar zal hij boeten voor zijne vreede daad

Wat zal zijn vonnis zijn
De grootste straf is nog te klein
Hij is de ware dader van den moord
Later zult g'uw dwaasheid inzien
En u zelve verachten misschien
Dan zult ge boeten voor uw leven lang.

Hoe laf kan het bestaan
Wat had dien braven man misdaan
Hij die was met al het goed begaafd.
Hij nam 't wapen in d'hand
En plofte het in zijn hart
Daar zal hij boeten voor zijne vreede daad