Kom luister naar het lied
Dat ik voor u ga zingen
Het is een tragisch lied over losbandigheid
Het gaat over een dame
Uit de hoogste kringen
En nee tot het gewaad
Die kon zij niet bedwingen
Zo raakte zij haar eer en reputatie kwijt
Zij het lonken niet laten
Ze lonkte naar iedere man
Dat liep veel te veel in de gaten
En ho daar kwam narigheid van
Haar man had eerst geen aandacht 
Aan haar kwaal geschonken
Want ach hij dacht ze heeft een vuiltje in haar oog
Maar toen ze naar een tijdje zo diep was gezonken
Dat ze in de kerk nog naar de priester zat te lonken
Toen kwam het ogenblik dat zij de laan uitvloog
Zij het lonken niet laten
Ze lonkte naar iedere man
Dat liep veel te veel in de gaten
En ho daar kwam narigheid van
Zij was een danserer in één der minste kroegen
Drie veren droeg zij slechts
En soms geeneens geen drie
Soms droeg zij slechts één veer
En als de klanten het vroegen
Dan viel de laatste veer
Tot algemeen genoegen
En bloot lonkte ze door met dubbele energie
Zij het lonken niet laten
Ze lonkte naar iedere man
Dat liep veel te veel in de gaten
En ho daar kwam narigheid van
Zij het lonken niet laten
Ze lonkte naar iedere man
Dat liep veel te veel in de gaten
En ho daar kwam narigheid van
Want meisjes houd toch in de gaten
Want oh ja daar komt narigheid daar komt narigheid daar komt narigheid van