Ach, wat weet ik nou van jou?
Zoals: zeg hoe heet je nou?
Ik vond je aardig dat moment
En hoop dat jij mij nog herkent
 
Ik zie jou wel eens in de stad
Had ik nou maar meer durf gehad
Er gaat een schokje door mij heen
En loop weer verder, heel alleen
 
Gaat die verlegenheid voorbij?
Of blijft die eenzaamheid voor mij?
Zie jij mij eigenlijk wel staan?
Waarom spreek jij mij dan niet aan?
 
Als dat gebeurt dan word ik rood
En schaam ik mij misschien wel dooed
Want rode vlekken in mijn nek
Die staan natuurlijk reuze gek
 
Ik wil je bellen, werk’lijk waar
Maar heb je nummer niet, vandaar
En ook geen lef, dat geef ik toe
Verliefdheid is een heel gedoe