Mamma scheen tevreden met het leven dat ze had
Want ze klaagde nooit tegen ons of tegen pappa
Twee gezonde kinderen en een man die ze aanbad
Dus ze klaagde nooit tegen ons of tegen pappa

Voorop stond in haar leven om ons steeds een thuis te geven
Vol warmte en geborgenheid, de schat
Ze vroeg geen luxe dingen want die had ze nooit gehad
En ze klaagde niet tegen ons of tegen pappa

Hij ging vaak uit, nog steeds alleen
Ze wist soms niet hoe lang, waarheen
Maar ze klaagde nooit tegen ons of tegen pappa
Hij gaf haar nooit eens bloemen, nooit een enkele compliment
Maar ze klaagde nooit tegen ons of tegen pappa

Het scheen haar niet te deren dat zij moest accepteren
Dat liefde niet voor haar was weggelegd
En ze scheen het niet te missen een beetje aandacht, een paar kussen
Want ze klaagde nooit tegen ons of tegen pappa

't Was op een dag in mei, die dag blijft me steeds bij
Mijn leven lang, want ik vond de brief voor pappa
En daarin had zij geschreven: zo kon ze niet verder leven
Wachtend op liefde die ze toch nooit kreeg

Ze schreef: de kinderen zijn nu groot
Ze zorgen voor hun eigen brood
En de huishoudster voor jou komt overmorgen
Zij vraagt geen liefde zoals ik 
Maar slechts een dak boven haar hoofd
Pappa scheen totaal verdoofd
Want ze klaagde nooit tegen ons of tegen pappa

Vaarwel voor pappa