In de zomer van het jaar nul
Toen de oleanders geurden
Duizend bloemen ’t landschap kleurden
In de zomer van het jaar nul
Trokken zij naar Bethlehem
Jozef en zijn jonge vrouw
Onder luchten stralend blauw
Trokken zij naar Bethlehem

   Het stormde niet, het sneeuwde niet
Het vroor niet dat het kraakte
Toen Jezus op de wereld kwam
terwijl de herders waakten

In de zomer van het jaar nul
Toen de abrikozen bloeiden
En de zon als koper gloeide
In de zomer van het jaar nul
Kwamen zij in Bethlehem
Jozef en zijn jonge bruid
Met de zwoele winden zuid
Kwamen zij in Bethlehem

   Het stormde niet, het sneeuwde niet
Het vroor niet dat het kraakte
Toen Jezus op de wereld kwam
terwijl de sterren waakten

In de zomer van het jaar nul
Toen het vruchtbaar landschap lachte
In de maangeverfde nachten
In de zomer van het jaar nul
Waarden zij in Bethlehem
In een simpele boerenwoning
Baarde zij haar zonnekoning
In het zonnig Bethlehem

   Het stormde niet, het sneeuwde niet
Het vroor niet dat het kraakte
Toen Jezus op de wereld kwam
Het christendom z’n aanvang nam
En aan de afgehouwen stam
Een nieuwe loot ontwaakte