Mijn meisje liet me zitten,
olé, leve het roosje.
Ze nam mijn Spaanse vriend,
leve de roos en d’ hyacint.
Nu zit ze in het zuiden,
olé, leve het roosje.
Hij nam haar met zich mee,
leve de roos en d’ orchidee.

Men zegt dat zij heel mooi was,
olé, leve het roosje.
Een kind als in een droom,
leve de roos en d’ anemoon.
Mijn vriend schreef dat ze ziek werd,
olé, leve het roosje.
En hij zit zonder poen,
leve de roos en de pioen.

Moest zij nu zondag sterven?
olé, leve het roosje.
Dan zit ik ver van hier,
leve de roos en d’ egelantier
Moest zij ooit wederkomen,
olé, leve het roosje,
dan zal ik peter zijn,
leve de roos en de jasmijn.