Mark (Troubadour Mark)

Mark (Troubadour Mark) - Droomwereld lyrics

Your rating:
Geloof jij nog in sprookjes, kabouters en in feeën,
in prinsen en prinsessen die knusjes met z’n tweeën
gaan wonen in kastelen die schit’ren in de zon;
Waar vlinders komen spelen op bloemen van karton?

Geloof jij nog in reuzen, in draken en in spoken,
in paddestoelenhuisjes in ‘lover weggedoken?
Zwerf jij nog langs paden waar zonnebloemen staan
of trekken zo ’n bloemen je ook al niet meer aan.

Je bent niet meer op al die dingen ingesteld.
Nu droom je van sensatie, ban ritme en geweld.
Je mantel van satijn is nou je bloemenvest.
Je haren staan verwilderd en je weet alles best;

met pot en LSD vrees je de wolken niet
ofschoon je in de regen alleen nog tranen ziet.
Marihuana-gek, jij rookt je bloemen op
terwijl je vlinders schildert op je verdoofde kop.

Maar als je ziek ontwaakt uit je vervalste droom,
dan ga je zitten huilen, ook dat ben j’ al gewoon.
In massa ben je sterk, alleen tot niets in staat,
Jij droomt niet meer van feeën, jij bent al veel te groot.

Jouw wereld is veranderd, man, je kinderhart was te vroeg dood.
Get this song at:
bol.com
amazon.com

Copyrights:

Author: Mark

Composer: ?

Publisher: ?

Details:

Released in: 1970

Language: Dutch

Share your thoughts

This form is protected by reCAPTCHA and the Google Privacy Policy and Terms of Service apply.

2 Comments found

Bedankt At, IxOrA!

Ik heb de tekst aangepast

Groetjes,
Tina

At, IxOrA

Friday 7th of October 2011 19:31

Mijn Beste,
Wat een toeval, de wereld is klein.
Deze tekst is geschreven in het jaar 1971. Dus 40 jaar geleden. Ik was toen 17 jaar, opgroeiende in de hippy cultuur. Op mijn 19de heb ik er muziek op gezet.
De tekst is voor het grootste deel correct. Er is wel wat bijgevoed maar niet door dezelfde hand. En IK kan het weten.
Dat van die bezems en heksen, en van die soldaatjes hebben ze erbij gelapt.
Ik stuur je de origineele tekst erbij.
Best regards,
At, IxOrA

DROOMWERELD

Geloof jij nog in sprookjes, kabouters en in feeën,
in prinsen en prinsessen die knusjes met z’n tweeën
gaan wonen in kastelen die schit’ren in de zon;
Waar vlinders komen spelen op bloemen van karton?

Geloof jij nog in reuzen, in draken en in spoken,
in paddestoelenhuisjes in ‘lover weggedoken?
Zwerf jij nog langs paden waar zonnebloemen staan
of trekken zo ’n bloemen je ook al niet meer aan.

Je bent niet meer op al die dingen ingesteld.
Nu droom je van sensatie, ban ritme en geweld.
Je mantel van satijn is nou je bloemenvest.
Je haren staan verwilderd en je weet alles best;

met pot en LSD vrees je de wolken niet
ofschoon je in de regen alleen nog tranen ziet.
Marihuana-gek, jij rookt je bloemen op
terwijl je vlinders schildert op je verdoofde kop.

Maar als je ziek ontwaakt uit je vervalste droom,
dan ga je zitten huilen, ook dat ben j’ al gewoon.
In massa ben je sterk, alleen tot niets in staat,
Jij droomt niet meer van feeën, jij bent al veel te groot.

Jouw wereld is veranderd, man, je kinderhart was te vroeg dood.