Een vader voor m'n kind,
ik hoop dat ik die vind.
Ik heb een zoontje dat naar liefde hunkert.
Z'n pa liet na een week
van lust mij in de steek.
Hoe bitter haat ik die gemene stunkerd!
Ik krijg een brok, als ik m'n kind zie, in m'n keel:
wat mist dat kleine kereltje toch veel.

Een vader die 'm helpt met z'n mecanodoos
en railsen bouwt voor zijn locomotief.
Een vader die niet woedend wordt of radeloos,
doch glimlacht: 'Kom maar hier, m'n jongenlief.'

Een vader voor je kind,
een grote wijze vrind,
die hem op 't voetbalveld staat toe te juichen,
die strijkt over z'n bol,
hem stopt onder de wol
en malle sprookjes uit z'n duim kan zuigen.
Je kan het zien, zeg ik altijd, aan z'n gedrag:
dit ventje mist het vaderlijk gezag.

Een vader die 'm helpt met z'n mecanodoos
en railsen bouwt voor zijn locomotief.
Een vader die niet woedend wordt of radeloos,
doch glimlacht: 'Kom maar hier, m'n jongenlief.'

Doch glimlacht: 'Kom maar hier, m'n jongenlief.